Gipsplaten kunnen gebruikt worden voor het afwerken van (scheidings) wanden en plafonds, maar dienen op de juiste wijze gemonteerd te worden. Gipsplaten monteren is een redelijk makkelijk karwei en we willen daarbij helpen met een eenvoudig stappenplan.
Gipsplaten kiezen
Voordat begonnen kan worden met het plaatsen van de gipsplaten dienen geschikte gipsplaten gekozen te worden. Standaard zijn er twee maten gipsplaten verkrijgbaar: 9,5 mm (meestal gebruikt voor plafond) en 12,5 mm (meestal gebruikt voor wanden). Naast de keuze in dikte is er ook keuze in breedte, namelijk 60 en 120 cm. Voor welke dikte en breedte gekozen wordt hangt vooral af van de ondergrond (het regelwerk). Gipsplaten 12,5 mm kunnen worden gemonteerd op een afstand van 60 cm en gipsplaten van 9,5 mm dikte dienen minmaal te worden gemonteerd op een afstand van 30 cm.
De uitstraling en afwerking is eveneens van invloed op de keuze voor bepaalde gipsplaten. Gipsplaten Ak (afgeschuinde kant) zijn geschikt voor het maken van naadloze wanden en plafonds, terwijl gipsplaten Rk (ronde kant) gebruikt worden voor het creëren van plafonds waarbij de voegen zichtbaar blijven.
Ten slotte is het belangrijk te kijken naar de omgeving waarin de gipsplaten geplaatst zullen worden. Voor vochtige kamers zoals de douche en badkamer zijn speciale waterwerende gipsplaten verkrijgbaar die direct opvallen door de groene kleur. Wordt de voorkeur gegeven aan het stucen van de wand of het plafond dan dient gekozen te worden voor stucplaten.
Stap voor stap gipsplaten monteren
1. Voordat de gipsplaten gemonteerd kunnen worden moet een regelwerk gemaakt worden. Dit regelwerk kan van hout gemaakt worden of metalen studs. Het voordeel van metalen studs is dat deze altijd recht zijn en voorkomen dat de wand achteraf gaat werken. Daarnaast zijn de metalen studs makkelijk en snel te plaatsen, met voldoende ruimte voor leidingen. De afstand tussen de verschillende regels is afhankelijk van de breedte van de gekozen gipsplaten. Het maken van een regelwerk dient op correcte wijze te gebeuren, omdat dit de basis is voor de nieuwe wand of het plafond. Waterpas werken is daarbij een vereiste.
2. Na het plaatsen van het regelwerk kan overgegaan worden op de isolatie van het nieuwe plafond of de wand. Er zijn diverse opties voor het isoleren van gipsplaten, afhankelijk van de te isoleren plek (plafond of muur) en de eigen wensen en eisen. In de veel gevallen wordt gebruik gemaakt van Isover glaswol of Rockwool 123 steenwol, maar het meest Rockwool 210. Deze isolatiematerialen garanderen goede brandwerendheid en optimale akoestische en thermische isolatie.
3. Vervolgens worden de gipsplaten op maat gesneden. Het materiaal kan makkelijk en snel met een stanleymes gesneden worden. Meet de afstand en trek hierbij 10 mm vanaf (hierdoor krijgt de wand of het plafond nog enige ruimte om te werken aan de boven- en onderkant). Teken de lengte op de gipsplaat af en snij vervolgens de voorkant van de gipsplaat af met een stanleymes (gebruik een waterpas om uitschieten te voorkomen). Plaast de plaat op z'n zij en breek de gipsplaat. Ten slotte kan de achterkant (het karton) nog doorgesneden worden met het mes.
4. Voor het monteren van de gipsplaat dient gebruik gemaakt te worden van speciale gipsplaatschroeven. Deze schroeven zijn herkenbaar aan de zwarte kleur, zijn roestbestendig en zorgen voor een brandwerende verbinding. In combinatie met de gipsplaatschroeven kunnen zogenaamde bitjes gebruikt worden die ervoor zorgen dat de schroeven optimaal in de gipsplaat verzinkt worden en niet te ver door geschroefd kunnen worden. Houd bij het schroeven een afstand van 1 cm van de rand van de plaat aan om beschadigingen te voorkomen. De schroeven dienen op een afstand van 25 cm van elkaar geplaatst te worden.
5. Na het vastschroeven van de gipsplaten kunnen deze naar eigen inzichten en wensen afgewerkt worden.