ZELF LAMP OPHANGEN
Een hanglamp is ideaal voor het verlichten van de eettafel of de hal. Wil je er zelf één ophangen? Dat is eenvoudig te doen. Zorg er wel voor dat je een stevige huishoudtrap gebruikt als je op hoogte werkt.
Let op!
Klap de huishoudtrap helemaal uit. Ga nooit op het plateau staan, dan loop je groot risico om om te slaan. Het plateau kun je alleen gebruiken om spullen op te zetten, zoals je gereedschap en materialen.
Stap 1 | De stroom uitschakelen
Schakel altijd eerst de stroom uit voordat u begint! Controleer daarna voor de zekerheid ook nog met een spanningzoeker of er geen stroom meer op staat. Hangt er al een lamp of armatuur? Zet deze dan aan met schakelaar. Schakel daarna de stroom van de desbetreffende groep uit, zodat de lamp uitgaat.

Tip!
Breng een sticker aan op de groep die je net hebt uitgeschakeld. Zo voorkom je dat iemand deze per ongeluk weer inschakelt terwijl jij bezig bent. Werk je met een ouderwetse groepenkast met losse zekeringen? Stop de verwijderde zekering dan in je broekzak zolang je aan het werk bent. Zo weet je zeker dat niemand ongemerkt de stroom inschakelt. Licht ook altijd je huisgenoten in voordat je aan elektrische klussen begint.
Stap 2 | Verwijder de oude lamp
De manier waarop je een bestaand armatuur verwijdert, verschilt per type. Begin met het losschroeven van het armatuur zodat je een gedeelte kunt verwijderen. Bij de meeste modellen wordt dan het deel zichtbaar dat aan het plafond bevestigd is, inclusief de bedrading. Maak de (soepele) draden van de lamp los, meestal bevestigd in een kroonsteentje. De (stevige) draden die uit het plafond komen, laat je op hun plek. Vervolgens schroef je het armatuur los van het plafond en haal je het weg. Bij een hanglamp tref je onder de plafondkap een fitting aan waarin de stevige draden zijn vastgeschroefd. Door deze los te draaien, kun je de lamp verwijderen.
Stap 3 | Bepaalde locatie
Bepaal eerst de plek waar het armatuur moet worden geplaatst en markeer deze positie, bij voorkeur het middelpunt van het armatuur. Controleerd daarna of er een opening is in het armatuur om later de bedrading door te voeren (tussen het plafond en het armatuur). Bij een hanglamp is dit het deel dat tegen het plafond aan zit. Als er geen opening aanwezig is, zul je zelf een invoer moeten maken in het armatuur. Bevestig vervolgens, afhankelijk van de ondergrond, een plug en draai de armatuurhouder vast.
Stap 4 | Draden verlegen & ophangen
Verleng de plafonddraden met behulp van een extra stuk draad, doorgaans met een kroonsteentje. Verwijder ongeveer 1 cm van de buitenmantel van de draden om de koperen kern bloot te leggen en klem deze stevig in de kroonsteen. Als het op de nieuwe locatie niet mogelijk is om het snoer met een trekontlasting te bevestigen, monteer deze dan bij de centraaldoos en haak hem aan het oogje van de dekselhaak. Zo hangt het gewicht van de armatuur niet volledig aan de draadverbinding.
De stroomvoorziening blijft afkomstig van dezelfde plek, terwijl het armatuur op een andere plaats wordt opgehangen. De bedrading tussen deze twee punten zorgt voor de aansluiting van de lamp. De open centraaldoos in het plafond kan later worden afgesloten met een passende afdekplaat.
Let op!
Sluit in de kroonsteen altijd draden met dezelfde kleur op elkaar aan. Draden die uit het plafond komen en die je niet gebruikt (met een gestript uiteinde), kun je het beste voorzien van een aparte lasklem om kortsluiting te voorkomen. Let erop dat je per draad één lasklem gebruikt en dat je geen verschillende kleuren samen in één klem stopt.
Stap 5 | Aansluiten
Bevestig de ophangbeugel / het armatuur aan het plafond. Schroef deze met behulp van een fittingring strak tegen het plafond aan. Hier komt straks uw lamp aan te hangen.
Sluit de draden uit uw plafond aan op de lamp. Dit kan met een kroonsteentje. Bevestig nu de lamp aan de beugel. U kunt de lamp inkorten zodat hij op de juiste hoogte komt te hangen. Plaats vervolgens de lichtbron in de lamp en schroef de kap weer vast. Hangt uw lamp aan de stroomdraad? Gebruik dan een trekontlaster om de kracht op de draad te verdelen. Schakel hierna de stroom weer in en controleer of de lamp gaat branden. Zo niet, schakel dan de stroom weer uit, demonteer het armatuur en/of de plafondplaat en controleer de aansluiting van de bedrading.