ZELF GEMAKKELIJK EEN VERLAAGD PLAFOND MAKEN
Met een verlaagd plafond kunt u een ruw- of balkenplafond verbergen. U kunt het plafond gebruiken om inbouwspots en elektriciteitskabels te verwerken. Ook kunt u het plafond gemakkelijk isoleren. U kunt zelf gemakkelijk uw plafond verlagen met een houten balkenconstructie.
Stap 1 | Lattenwerk aanbrengen
Bevestig lattenbanen tegen het bestaande plafond op 40 cm afstand van elkaar. Gebruik voor de bevestiging de juiste schroeven en pluggen. Let er op dat de latten allemaal op precies dezelfde hoogte komen te zitten!

Let op!
Controleer met een laser of waterpas of alle latten exact op dezelfde hoogte zitten. Kleine afwijkingen zorgen later voor een scheef plafond en slecht aansluitende platen.
Stap 2 | Staanders aanbrengen
Na het aanbrengen van het lattenwerk kunnen de staanders aan de latten bevestigd worden. Meet vanaf de vloer de gewenste hoogte van uw verlaagd plafond en teken deze af op de wand in de vier hoeken. Maak staanders op maat van de gewenste verlaging van uw plafond. Monteer vervolgens de staanders tegen het lattenwerk van het plafond. Houd hierbij alvast rekening met de breedte van het isolatiemateriaal. Het meeste isolatiemateriaal is 60 cm breed. Als u de staanders op een afstand van 60 cm plaatst, komt het isolatiemateriaal precies tussen deze staanders te liggen.

Tip!
Gebruik een slaglijn om de hoogte rondom de hele ruimte snel en strak uit te lijnen.
Stap 3 | Muurlatten aanbrengen
Trek een waterpaslijn aan de onderzijde van het lattenwerk. U kunt hiervoor een koordje gebruiken. Hierna kunt u de framelatten met pluggen en schroeven an de muur bevestigen. Bevestig ook framelatten evenwijdig met de onderzijde van de staanders.
Wilt u kabels (voor bijvoorbeeld spots) in het plafond plaatsen? Trek dan nu alvast de kabels!
Stap 4 | Isolatie aanbrengen
Plaats nu isolatie boven de zojuist bevestigde framelatten. Vergeet geen isolatie aan te brengen tussen de verticale balken zodat een gesloten isolatielaag ontstaat.

Tip!
Gebruik isolatie op rol of in platen die net iets breder zijn dan de tussenruimte. Zo klemmen ze zichzelf vast zonder te verzakken.
Stap 5 | Eerste rij gipsplaten aanbrengen
Als alle isolatie op zijn plek zit kunt u de gipsplaten gaat plaatsen. De eerste gipsplaat schroeft u aan de linker muurzijde vast. Gebruik hiervoor gipsplaatschroeven van ongeveer 25 mm met een onderlinge afstand van 20 cm. Houd bij de muurzijde rekening met 8 mm uitzetruimte. Deze ruimte wordt naderhand afgedekt met een afwerklat. Bij de volgende gipsplaat komt eerst de korte zijde tegen de korte zijde, daarna volgt de lange zijde. Meet aan het einde van een baan de resterende lengte en zet deze over op een nieuwe plaat. Het overgebleven stuk kunt u weer als start gebruiken bij de volgende rij. Als u telkens begint met een plaat van dezelfde lengte, ontstaat een gelijkmatig zicht.
Stap 6 | Naden afwerken
Als u de naden van het plafond af gaat werken moet u zorgen dat deze eerst goed schoon en stofvrij zijn. De naden kunnen met opvulmiddel en een plamuurmes opgevuld worden. Zet gaasband vast in de voegen om eventuele latere scheuren te voorkomen.
Stap 7 | Randprofiel aanbrengen
Om de buitenste randen van uw verlaagde plafond netjes af te werken, kunt u afwerklatten vastlijmen met montagekit. Voorzie deze afwerklat van dotten montagekit en druk deze in de rand.