Metselverband kiezen

METSELVERBANDEN

Metselverbanden zijn opgebouwd uit verschillende formaten, die allemaal afgeleid zijn van een normale baksteen. Enkele formaten zijn:
Halve steen:      de helft van een baksteen
Strek:      een hele baksteen
Drieklezoor:      driekwart van een baksteen
Kop:      kopse zijde van een baksteen
Klisklezoor:      lange helft van een baksteen



Probeer zo veel mogelijk met deze geijkte meten te werken. Zo hoeft u geen speciale afwijkende formaten uit te slijpen. Gebruik ook nooit verschillende verbanden door elkaar, maar houd vast aan het gekozen verband. Werk nauwkeurig en probeer telkens dezelfde voegbreedte aan te houden. Controleer regelmatig met een waterpas of u de stenen precies recht metselt.

Halfsteensverband / Strekverband
Dit verband is het bekendste en wordt het meeste gebruikt. De verticale stootvoegen van de volgende rij bakstenen verspringen telkens met de helft van de baksteenlengte. Een voordeel van dit verband is dat er nauwelijks materiaalverlies is. Ook wordt de benodigde hoeveelheid mortel tot het minimum beperkt. Het uitzicht van dit verband is rustgevend doordat het zo eenvoudig is.



Vlaams verband
Dit verband bestaat uit een strek gevolgd door een kop. Alle lagen zijn op deze manier opgebouwd, maar verspringen onderling telkens een driekwartsteen. Op de andere laag komt naast de kop een klezoor. Ondanks de eenvoudige opbouw kan u met een Vlaams verband toch een traditionele, complexe structuur creëren.



Staand verband
Een staand verband is geschikt om een volle steense muur te metselen. Eerst metselt u een laag strekken, gevolgd door een laag koppen. Daarna metselt u weer een laag strekken. In de strekkenlaag komt een driekwartsteeen. De verticale stootvoegen van de strekken liggen om de twee lagen perfect onder elkaar. Op hun beurt liggen ook de stootvoegen van de koppenlagen onder elkaar.



Kruisverband
Bij een kruisverband begint u met een koppenlaag, gevolgd door een strekkenlaag. In elke koppenlaag plaatst u na de eerste kop een driekwartsteen. Om de vier lagen plaatst u na de eerste strek een kop. Dit verband werd vaak gebruikt in oude gebouwen zoals boerderijen en kastelen. Ook ziet u het nog vaak bij oude treinstations.



Kettingverband / Noors verband
Bij een kettingverband zijn alle lagen opgebouwd uit twee strekken gevolgd door een kop. De koppen liggen om de andere laag onder elkaar. Dit verband geeft een strakke indruk. Gebruik voor dit verband een maatvaste steen!



Kwart-strekverband / Klezorenverband
Bij dit verband springen de verticale voegen van de volgende rij bakstenen telkens met een kwart of met driekwart van de baksteenlengte. U kunt kiezen tussen een linksvallend of rechtsvallen verband. U kunt bij dit verband eventueel het patroon omkeren na tien lagen, zodat er een zigzagvorm ontstaat.



Wildverband
Bij dit verband plaatst u de stenen willekeurig. U kunt gebruikmaken van strekken, koppen, klezoren en andere formaten. Een wildverband kan bijvoorbeeld een combinatie zijn van de bovenstaande verbanden. Wildverband is geschikt als u onregelmatige, oude of verouderde stenen gebruikt. Let er op dat u niet vervalt in continue verbanden. Zorg bewust voor verandering in de manier waarop u de stenen plaatst.